Afvallen, vetverbranding en bewegen Mensen die willen afvallen, doen er goed aan om voldoende te bewegen. Het bewegen maakt het afvallen makkelijker. Ook blijft de spiermassa beter behouden, de kans op jojoën neemt dan af. Een mythe bij afvallen door bewegen, is dat op een lage intensiteit gesport moet worden om af te vallen.
- Om deze mythe te ontkrachten komen de volgende zaken aan bod: energiebalans en -verbruik, inspanningsintensiteit en vetverbranding en fitheid.
- Lokaal vet verbranden is een andere mythe die ontkracht wordt.
- Wat is de energiebalans? De energiebalans bestaat uit twee componenten: het energieverbruik (energieverbruik of energiebehoefte) en de energie-inname.
Beide begrippen worden hieronder toegelicht. Energiegebruik, energiebehoefte of energieverbruik: Energiegebruik is de hoeveelheid energie die het lichaam nodig heeft om alle lichaamsprocessen goed te laten verlopen en om onder andere beweging mogelijk te maken.
Bewegen (sporten of andere lichamelijke activiteit) is een belangrijke component van het energiegebruik. De energiebehoefte van mannen die matig actief zijn (dagelijks 30 minuten matig intensief bewegen) is 2500kcal (kilocalorieen). De energiebehoefte van vrouwen die matig actief zijn (dagelijks 30 minuten matig intensief bewegen) is 2000kcal.
Energie-inname: Energie-inname is alle energie die met voeding wordt ingenomen. Wanneer gedurende een langere periode meer energie wordt ingenomen dan gebruikt, dan neemt het lichaamsgewicht toe. De energiebalans is in deze periode positief. Wanneer gedurende een langere periode minder energie wordt ingenomen (bijvoorbeeld door structureel het voedingspatroon aan te passen of een crashdieet te volgen) dan wordt gebruikt, dan neemt het lichaamsgewicht af.
- De energiebalans is dan negatief.
- Om 1 kg aan vetmassa aan te komen, moet ongeveer 7000 tot 9000 kcal (kilocalorieën) meer worden ingenomen, dan verbruikt.
- Om 1 kg aan vetmassa te verliezen, moet ongeveer 7000 tot 9000 kcal minder worden ingenomen, dan verbruikt.
- Wanneer bijvoorbeeld dagelijks 60kcal (energie van een klein stukje chocolade) teveel wordt ingenomen, neemt de vetmassa op jaarbasis 2,5-3,0 kg toe.
Bewegen, intensiteit en vetverbranding Bewegen verhoogt het energiegebruik. Om beweging mogelijk te maken moet energie worden vrijgemaakt. Uit verschillende energiebronnen kan het lichaam energie vrijmaken. Er zijn verschillende energiebronnen, maar de belangrijkste energiebronnen zijn koolhydraten en vetten.
- De inspanningsintensiteit heeft zowel invloed op het energiegebruik als het gebruik van de verschillende energiebronnen.
- Vervolgens wordt ingegaan op de relatie inspanningsintensiteit en fitheid (fitter worden).
- Voordat op deze onderwerpen wordt ingegaan, wordt eerst uitgelegd hoe de intensiteit van inspanning kan worden geschat.
Tot slot nog enkele algemene adviezen. Intensiteit van inspanning schatten Voor mensen die geen inspanningslab tot hun beschikking hebben, kan de inspanningsintensiteit met een hartslagmeter en/of een iets minder objectieve manier worden geschat, door te letten op de snelheid en diepte van de ademhaling.
- Inspanningsintensiteit schatten met een hartslagmeter: De inspanningsintensiteit kan redelijk betrouwbaar geschat worden met een hartslagmeter.
- Hiervoor zijn twee zaken nodig: de leeftijd en het percentage van de maximumhartslag waar men op wil inspannen.
- De maximumhartslag is eenvoudig te schatten door de leeftijd van 220 af te trekken.
Stel de leeftijd is 20 jaar, dan is de maximumhartslag (220-20)=200. Het percentage van de maximumhartslag waar men op wil inspannen, bepaalt in belangrijke mate de inspanningsintensiteit:
60-65% van de maximumhartslag inspannen (0,65×200=130 bij bovenstaande persoon) is matig intensief.80% van de maximumhartslag inspannen (0,8×200=160 bij bovenstaande persoon) is redelijk zwaar.90% van de maximumhartslag inspannen (180 bij bovenstaande persoon) is zeer zwaar.
Inspanningsintensiteit schatten met de ademhaling: Het is niet strikt noodzakelijk om met een hartslagmeter de intensiteit van de inspanning te schatten. Intensiteit van inspanning inschatten, kan ook door goed op de ademhaling te letten:
Bij een matige intensieve inspanning verloopt de ademhaling wat sneller en dieper. Het is echter nog goed mogelijk om in zinnen te praten. Bij een redelijk intensieve inspanning verloopt de ademhaling nog sneller en dieper. Het is mogelijk om in woorden te praten, maar niet meer in zinnen. Bij een zeer zware inspanning gaat men hijgen en is het niet meer mogelijk om te praten.
Inspanningsintensiteit en energiegebruik Zoals eerder geschreven moet het energiegebruik (energiebehoefte, energieverbruik) groter zijn dan de energie-inname om af te vallen. In rust is het energiegebruik het laagste. Het moge duidelijk zijn dat het energiegebruik toeneemt tijdens inspanning.
De verbranding neemt toe door inspanning. Bij inspanning van hoge intensiteit is het energiegebruik (energiebehoefte) hoger, dan bij inspanning van lagere intensiteit. Het lichaam moet bij inspanning van hoge intensiteit snel energie vrijmaken om de spieren laten samen trekken. Anders geschreven bij 30 minuten hardlopen gebruikt het lichaam meer energie, dan bij 30 minuten wandelen.
Wanneer dus de inspanningsintensiteit toeneemt, stijgt ook het energiegebruik (de verbranding). Bij inspanning van een hoge intensiteit is de verbranding hoger, dan bij een inspanning van lage intensiteit. Wanneer er beperkte tijd is om te sporten (bewegen) en het doel afvallen is, kan beter intensief ingespannen worden.
Het energiegebruik is dan het hoogst. Wanneer er dagelijks bijvoorbeeld 30 minuten tijd is om te sporten, kan men bijvoorbeeld beter kiezen voor hardlopen dan wandelen. Wanneer er uren achtereen kan worden ingespannen, kan beter voor inspanning met een matige intensiteit worden gekozen. Inspanning van hoge intensiteit kan niet zo lang worden volgehouden.
Inspanningsintensiteit en vetverbranding Tijdens inspanning (tijdens rust overigens ook) kan het lichaam vetten en/of koolhydraten verbranden. Wanneer deze energiebronnen (voedingsstoffen) worden verbrand, komt er energie vrij. De energie wordt gebruikt om de spieren te laten samen trekken en andere lichaamsprocessen in stand te houden.
- Aan de hand van 3 situaties wordt de relatie tussen energiegebruik, inspanningsintensiteit en vetverbranding uitgelegd.
- Situatie 1: energiegebruik en vetverbranding in rust: Tijdens rust levert de vetverbranding relatief (ongeveer 80-90%) het meeste energie om in de energiebehoefte te kunnen voorzien.
De energiebehoefte is echter laag tijdens rust en ligt rond de 1,0 kcal (kilocalorieën) per kilogram lichaamsgewicht per uur. Dat is 90 kcal per uur voor iemand van 90 kilogram.80-90% van de 90 kcal wordt geleverd door vet. Er wordt dan ongeveer 8 gram vet per uur gebruikt.
Situatie 2: energiegebruik en vetverbranding tijdens matig intensieve inspanning (60-65% van de maximale hartslag): Bij inspanning op een matige intensiteit (bijvoorbeeld wandelen met een snelheid van 5,6km/uur) wordt relatief veel vet verbrand om in de energiebehoefte van de spier te voorzien. Tijdens wandelen met een snelheid van 5,6km/uur is de energiebehoefte ongeveer 6kcal per kilogram lichaamsgewicht per uur.
Dat is 540kcal per uur voor iemand van 90 kilogram.50-60% van de 540 kcal wordt geleverd door vet. Er wordt dan ongeveer 36 gram vet per uur gebruikt. Situatie 3: energiegebruik en vetverbranding tijdens redelijk intensieve inspanning (80% van de maximale hartslag): Bij inspanning op een redelijk zware intensiteit (bijvoorbeeld hardlopen met een snelheid van 10km/uur) wordt relatief minder vet verbrand om in de energiebehoefte van de spier te voorzien.
- Tijdens hardlopen met een snelheid van 10km/uur is de energiebehoefte ongeveer 10,5kcal per kilogram lichaamsgewicht per uur.
- Dat is 945 kcal per uur voor iemand van 90 kilogram.30-35% van de 945 kcal wordt geleverd door vet.
- Er wordt dan ongeveer 36 gram vet per uur gebruikt.
- Uit bovenstaande situaties wordt duidelijk dat het relatieve (procentuele) aandeel vet in de totale energievoorziening afneemt bij intensieve inspanning, maar dat er in harde absolute cijfers niet veel verschil is in de hoeveelheid vet die is verbrand tussen matige en redelijk intensieve inspanning.
Wat wel duidelijk wordt, is dat het energiegebruik veel hoger is in de laatste situatie. De energiebalans wordt dus meer negatief wanneer inspanning met een hoge intensiteit wordt gedaan. In situaties waar er weinig tijd is om te sporten kan beter wat vaker gekozen worden voor wat zwaarder inspannen.
- Verder blijkt het energiegebruik na zware inspanning ook nog langere tijd wat hoger te zijn.
- De hogere verbranding na zwaardere inspanning wordt EPOC (Excess Post Oxygen Consumption of naverbranding) genoemd.
- Let wel op het is zeer onverstandig om ongetraind, zonder begeleiding te starten met intensief inspannen.
Inspanningsintensiteit en fitheid Er is een duidelijke relatie tussen inspanningsintensiteit en de toename en behoud van de fitheid. Mensen die regelmatig intensief trainen worden sneller fitter en behouden beter hun fitheid. Dit is zelfs het geval wanneer precies dezelfde trainingsarbeid (dezelfde afstand wordt afgelegd) wordt verricht.
Met andere woorden: iemand wordt fitter wanneer deze persoon 3 keer per week 10 km hardloopt in plaats van 3 keer per week 10km wandelt. Inspanning van een hogere intensiteit geeft een grotere prikkel aan spieren en het cardiovasculaire stelsel (hart- en vaatstelsel), dan inspanning van een matige intensiteit.
De spieren en het cardiovasculaire stelsel passen zich meer aan. Het gevolg is dat het lichaam meer energie kan vrijmaken (energie kan gebruiken) en dus meer inspanning aan kan. Het lichaam is na een trainingsperiode bijvoorbeeld in staat bij 80% van de maximale hartslag 12km/uur te lopen in plaats van 10km/uur.
Het energiegebruik bij 12km/uur hardlopen is groter dan bij 10km/uur hardlopen. Na een trainingsperiode is het energiegebruik bij dezelfde intensiteit groter. Het is echter niet raadzaam om dagelijks intensief of in ongetrainde toestand intensief te trainen. Het risico op overbelasting is groot. Vaak worden zwaar-licht programma’s om fitheid op te bouwen.
Het principe van een zwaar-licht programma is dat de ene dag zwaar en de volgende dag licht wordt getraind. Lokaal (plaatselijk) vet verbranden Vaak doen mensen een heleboel buikspieroefeningen ( crunches, sit ups ) om zo het vet op de buik te verbranden.
- Dit is echter onzin.
- Het is niet mogelijk om plaatselijk vet te verbranden.
- Uit onderzoek bij tennissers heeft bijvoorbeeld de arm die dominant is en dus tijdens het trainen en wedstrijden spelen veel wordt gebruikt evenveel onderhuids vet als de niet niet dominante arm.
- De enige manier om vet kwijt te raken en af te vallen is door een negatieve energiebalans te creeren.
Het blijkt wel dat bepaalde gebieden in het lichaam waar vet is opgeslagen makkelijker vet vrijmaken dan andere plekken in het lichaam. Vet vanuit het buikvet wordt vaak wat makkelijker afgebroken, dan vet op de heupen. Daarom lijkt het alsof mannen (vaak wat meer buikvet) wat makkelijker afvallen dan vrouwen (vaak wat meer heupvet).
- Hier spelen echter nog een aantal andere factoren een rol.
- Zo compenseren mannen minder dan vrouwen met de energie-inname.
- Vrouwen lijken het energiegebruik door sporten wat meer te compenseren door de energie-inname te verhogen.
- Vrouwen lijken dus wat meer te eten na het sporten.
- Ook verbranden mannen doorgaans meer tijdens het sporten.
Mannen zijn vaak zwaarder dan vrouwen en hebben meer spiermassa. Hierdoor gebruiken mannen meer energie tijdens sport en zelfs in rust. Bij mannen is de energiebalans dus meer negatief, dan bij vrouwen. De enige manier om alleen lokaal vet kwijt te raken, is om het chirurgisch te laten verwijderen ( liposuctie ).
Dit is echter kostbaar en lost het probleem van een mogelijk verstoorde energiebalans niet op. Inspanningsduur en vetverbranding. Hoe lang duurt het voordat je vet gaat verbranden? Vaak wordt er gezegd dat de vetverbranding pas na 20 tot 30 minuten op gang komt. Dit klopt echter niet. Wel wordt de eerste 20 tot 60 minuten van inspanning meer vet die in de spier is opgeslagen verbrand, dan vanuit de vetvoorraden uit het onderhuids vetweefsel en het vetweefsel tussen de organen.
Na inspanning wordt het vet in de spieren aangevuld vanuit de vetvoorraden uit het onderhuids vetweefsel en het vetweefsel tussen de organen. Uiteindelijk is het vet dus wel degelijk uit het onderhuids vetweefsel en vetweefsel tussen de organen verbrand.
- Om af te vallen is het enige wat telt dat de energiebalans wordt verstoord.
- Dat kan door zowel met 30 minuten aaneengesloten sporten, als met 3 x 10 minuten sporten.
- Hieronder volgt meer uitleg.
- Zoals hierboven al is geschreven, wordt in rust relatief het meeste vet verbrand.
- Het totale energiegebruik is echter laag.
Tijdens inspanning stopt de vetverbranding niet. De spier verbrand een mengsel van koolhydraten en vet tijdens inspanning. Voordat de spier vetten kan verbranden, moeten eerst de vetten worden gesplitst in vrije vetzuren en glycerol. Het proces van het splitsen van vetten wordt lipolyse genoemd.
De vrije vetzuren die hierbij ontstaan worden uiteindelijk door de spier verbrand. Nu ligt vet niet alleen opgeslagen in het onderhuids vetweefsel en in het vetweefsel tussen de organen, maar ook als vetdruppeltjes in de spieren. Deze vetdruppeltjes in de spieren worden Intra Musculaire TriGlyceriden ( IMTG ) genoemd.
Het blijkt dat in het begin van inspanning relatief veel IMTG worden verbrand. Na 20 tot 30 minuten wordt het vet uit het onderhuids vetweefsel en vetweefsel tussen de organen verbrand. Na inspanning worden de IMTG aangevuld vanuit het onderhuids vetweefsel en vetweefsel tussen de organen.
Het is dus het principe van lood om oud ijzer. Verder is onomstotelijk duidelijk dat om af te vallen mensen een negatieve energiebalans moeten krijgen. Dat kan door meer te sporten en te bewegen. Hierbij maakt het niet uit of 3 keer 10 minuten wordt bewogen, of 30 minuten aaneengesloten. Het blijkt zelfs dat wanneer mensen 3 x 10 minuten bewegen net wat meer energie gebruiken, dan wanneer mensen 30 minuten aaneengesloten bewegen.
Dit komt omdat mensen die 3 x 10 minuten bewegen, de neiging om intensiever te bewegen en daardoor meer energie gebruiken (calorieen gebruiken). Algemene adviezen: vooral voor mensen die ongetraind zijn is het onverstandig om zonder voorbereiding zwaar in te spannen.
Bezoek een sportarts om na te gaan of er geen belemmeringen zijn in het cardiovasculaire stelsel. Laat een trainingsschema opstellen door (sport)fysiotherapeut. Zorg voor de juiste kleding en schoeisel. Begin niet te intensief met sporten. Waak voor overbelastingsklachten aan gewrichten en spieren.
Samengevat Gewichtstoename en gewichtsafname zijn respectievelijk het gevolg van een positieve en negatieve energiebalans. Het is niet mogelijk om plaatselijk vet te verbranden. Door inspanning (sport en bewegen) neemt het energiegebruik toe en kan de energiebalans negatief worden.
- Bij inspanning van matige intensiteit is de vetverbranding relatief groter dan bij inspanning van hoge intensiteit.
- De absolute hoeveelheid vet die wordt verbrand en het energiegebruik tijdens en na inspanning is groter bij een inspanning van hoge intensiteit in vergelijking met inspanning van matige intensiteit.
Wanneer het doel afvallen is, kan dus beter regelmatig intensief worden gesport (bewogen). Ook neemt de fitheid sneller toe bij regelmatig zwaar inspannen, waardoor op den duur het energiegebruik tijdens inspanning nog meer toeneemt. Het is echter onverstandig om dagelijks zwaar in te spannen en advies bij sportarts en sportfysiotherapeut inwinnen, is raadzaam! Tot slot Structureel de levensstijl aanpassen door gezond te eten en voldoende te bewegen is het meest effectief om blijvend af te vallen.
Hoe lang duurt het voor je vet verbrand?
Snel vet verliezen – Een strak lichaam heeft vooral te maken met je vetpercentage. Als je te veel vet hebt, zul je er nooit strak uitzien. Vet verbranden is dus essentieel. Een kilo vet bevat 9000 kcal. Door meer te bewegen en gezonder te eten zou je een tekort van 450 kcal per dag kunnen creëren.
Welke sport beste voor buikvet?
Krachttraining – Krachttraining is zeer belangrijk als je buikvet wil verbranden. Spieren verbranden meer calorieën dan vet wanneer het lichaam in rust is. Meer spieren helpen dus om meer vet te verbranden. Onderzoekers ontdekten ook dat weerstandstraining, waaronder krachttraining, het vetvrije gewicht kan doen toenemen terwijl het vet afneemt, en tegelijkertijd de stofwisseling kan stimuleren.
- Bij krachttraining voer je met gewichten een reeks oefeningen uit, zoals lunges of squats, die je vervolgens herhaalt.
- Gebruik je lichte gewichten, dan doe je een langere oefeningenreeks.
- Je kan ook zwaardere gewichten gebruiken en minder herhalingen uitvoeren.
- In dat geval moet je ook voldoende rusttijd inlassen tussen de reeksen.
Lees ook: Krachttraining (fitness of thuis) goed voor fysieke en mentale gezondheid Bronnen: Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.
Waar val je als eerst af?
Onzichtbaar vetverlies – Bij de vraag: “Waar val je het eerst af?” denk je meestal meteen aan het verschil tussen het onderhuidse vet op je benen, buik en bovenlichaam. Maar wat blijkt, is dat mensen met overgewicht voornamelijk eerst visceraal vet verliezen.
- Visceraal vet is het vet binnen in de buikholte, tussen de organen.
- En dat zie je dus niet aan de buitenkant.
- Het is dus niet het buikvet dat je kan vastpakken, want dat is onderhuids vet.
- Dat je eerst visceraal vet verliest, is goed nieuws, want visceraal vet is sterker gecorreleerd met metabole ziekten dan onderhuids vet.
Gezondheid eerst dus! En omdat je binnen in je buikholte vet verliest kan je buikvolume en omtrek toch ook verkleinen. Maar het onderhuids vet op je buik, dat blijft helaas nog even.
Waarmee verbrand je het meeste buikvet?
Wat zijn de beste oefeningen om buikvet te verbranden? – Wie snel buikvet wil verbranden, combineert stressmanagement en een aangepast dieet best ook met voldoende beweging. Door extra te bewegen, verbruik je immers meer calorieën, waardoor je lichaam sneller vet zal verbranden.
In tegenstelling tot wat velen denken, is duursport (cardio) niet de meest efficiënte manier om buikvet te verliezen. Om snel vet te verbranden, kan je beter sporten met een hogere intensiteit beoefenen. Daardoor veroorzaak je een zuurstoftekort, wat de vetverbranding en de spieropbouw zal bevorderen.
Na een tijdje zal je lichaamssamenstelling veranderen (meer spieren, minder vet) en zal je uiteindelijk ook in rust meer energie verbruiken. Het resultaat: je verliest gewicht en verbrandt meer vet. Maar wat zijn nu de beste oefeningen om buikvet te verbranden? Alle vormen van training waarbij je eens goed diep gaat en dus in ademnood komt, zijn in principe het meest efficiënt.
Burpees, Ze zijn enorm lastig, maar o zo efficiënt. Burpees geven je een full body work-out en doen je eens stevig afzien. Ideaal om vet te verbranden. HIIT, Squats, push-ups, gewichten: bij HIIT krijg je een gevarieerde en lastige work-out voorgeschoteld. HIIT staat voor High Intensity Interval Training en is door het korte, maar lastige karakter een uitstekende manier om vet te verbranden. Krachttraining met gewichten, Dankzij het heffen van gewichten optimaliseer je het ‘afterburn’ effect. Zo blijft je lichaam ook in de uren na je work-out nog extra calorieën (en vet) verbranden.
Met het oog op een optimale gezondheid is een combinatie van cardio en krachttraining de meest duurzame beweegmethode. Maar zoek vooral naar een vorm van beweging waar je ook plezier in beleeft. Zo hou je het ook makkelijker vol.
Kun je vet uitplassen?
Vet raak je kwijt door het uit te ademen – Vet is opgebouwd uit de atomen koolstof, zuurstof en waterstof. Als je vet verbrandt, worden deze atomen omgezet in water en CO2. Voor iedere 10 kilo die je afvalt, zet je lichaam 1,6 kilo om in water. Dat vocht plas, poep of zweet je er inderdaad uit.
Hoe verhoog je je vetverbranding?
Jouw vetverbranding stimuleren? Dat doe je zo: – 1. Eet veel voedsel met hoge thermische waarde. Voedsel met hoge thermische waarde zijn voedingsmiddelen die moeilijker te verteren zijn. Je lichaam moet veel energie produceren om het te verteren waardoor je vetreserves eerder worden verbrand.
- Etenswaren die jouw vetverbranding stimuleren zijn vezels en eiwitten en die zijn onder andere te vinden in groente, fruit, havermout en eieren.2.
- Houd het bij drie maaltijden.
- Je hebt vast wel eens gehoord dat het beter is om meerdere kleine porties per dag te eten.
- Wil je je vetverbranding stimuleren ? Doe dit dan juist NIET en houd het bij drie maaltijden per dag (ontbijt, lunch en avondeten).
Met meerdere kleine porties op een dag gebruikt je lichaam die koolhydraten als energie, in plaats van je vetreserves. Door drie maaltijden te eten, gaat je lichaam eerder op vetten draaien dan op suikers.3. Eet vaker pittig. Een pittige maaltijd met bijvoorbeeld rode en groene chilipepers kunnen jouw vetverbranding stimuleren met ongeveer 20 procent.
Pittig eten verhoogt je lichaamstemperatuur, zoals curry, sambal en mosterd. Een hogere lichaamstemperatuur zorgt voor meer vetverbranding. Geen fan van pittig eten? Ga dan over op kruiden en specerijen ; kruiden als peper en oregano hebben ook een stimulerend effect op je vetverbranding. Het platte buik dieet: dit eten helpt je om strakker in je vel te zitten 4.
Blijf voldoende calorieën eten. Veel mensen denken dat vet verbanden betekent dat ze gelijk veel minder calorieën moeten eten. Niets is minder waar: voor vetverbranding op de lange termijn is het belangrijk dat je genoeg calorieën binnen krijgt. Met genoeg bedoelen we dan ongeveer 10-15 procent onder je dagelijkse energiebehoefte – tot 300 calorieën minder eten per dag is al ruim voldoende! 5.
Zorg voor een frisse omgeving. Laten we één ding voorop stellen: het te koud hebben is nooit goed. Maar het blijkt dat je lichaam sneller vet verbrandt als je het koud hebt, Probeer dus minder vaak de verwarming aan te zetten, neem af en toe een koudere douche en zet het raam open als je gaat slapen. In een koude omgeving moet je lichaam meer moeite doen om op temperatuur te blijven en dat zal je vetverbranding stimuleren,6.
Eet suikervrije kauwgom. Volgens onderzoek aan Glasgow Caledonian University helpt het eten van suikervrije kauwgom na je maaltijd de drang naar snacks te verminderen. En dat wel tot drie uur lang per dag. Met een klein stukje kauwgom kan jij er dus al voor zorgen dat je niet die reep chocola op eet terwijl je jouw favo serie kijkt.
- Scheelt toch weer.
- Met deze work-outs verbrand je meer calorieën dan met hardlopen 7.
- Voeg azijn toe aan je water.
- Voor een gezonde levensstijl is het sowieso belangrijk om veel water te drinken.
- Als je dat doet, kan je het net zo goed nóg iets gezonder maken: voeg aan iedere liter water ongeveer twee theelepels azijn toe.
Een onderzoek gepubliceerd in het Journal of Agriculture and Food Chemistry beweert dat het zure van azijn er voor zorgt dat je minder vet opslaat.8. Doe interval trainingen. Jouw vetverbranding stimuleren doe je natuurlijk ook door te sporten. Als je de sportschool induikt of een rondje gaat hardlopen, kan je het beste gebruik maken van de afterburn effect techniek,
Deze techniek houdt in dat je ook na het sporten nog calorieën verbrandt. Hoe intensiever je work-out, hoe meer calorieën je daarna blijft verbranden. Zo kan interval training er voor zorgen dat je nog tot 48 uur je vetverbranding stimuleert. Werk je helemaal in het zweet voor een paar minuten, neem rust en ga daarna weer verder met je work-out.
Succes! ? V olg ons ook op Facebook, Instagram en abonneer je op ons YouTube kanaal! Lees ook: